We visten met ijzeren netten en die moesten we trekken met een Wieringer aak, een zeilscheepje. Dat noemt men "mosselkorren". We trokken de mosselen binnen en kiepten ze in het ruim. In de Zaan waren eendenboerderijen. Daar werden de mosselen verkocht om de eenden te voeren, en je besprak daar de prijs. Ze werden verkocht per baal (een baal is vier mandjes, ongeveer 100 kg) voor vier dubbeltjes. De werktijden waren van 's morgens 5 uur tot 's avonds 9 uur.
Mosselkorren op de Zuiderzee
Dhr. J. Lont viste in de vroege jaren twintig vanuit Den Oever op eendenmossels op de Zuiderzee. Hij vertelt hoe dat in zijn werk ging.
Bron: R. van Loenen (red.), Zuiderzeewerken. Dl. I Noordelijke Hogeschool Leeuwarden 2005.