Mijn vader ging ’s maandagsmorgens al vroeg van huis af. De arbeiders werden met een pontje over het Ramsdiep naar de overkant gebracht. Ze gingen dan eerst naar het kamp en gingen dan aan het werk. Hij zat in kamp Zwartemeer, bij Ramspol rechtsaf. Ze moesten tot zaterdag twaalf uur werken en kregen ze vrij. Dan ging hij weer met het pontje over en werd hij door de Rijksdienst met de bus naar Kampen gebracht. En dan gingen ze van Kampen naar Zwolle en van Zwolle ging hij weer op de fiets naar Kerkenveld. Ja, dat was toen een hele toestand! Ze fietsten vroeger heel veel.
Er werd vroeger veel gefietst
Op 1 april 1946 begon Arend Profijt uit Kerkenveld als landarbeider in de Noordoostpolder. Zijn zoon Willem vertelt hoe het reizen geregeld was.
Batavialand te Lelystad, Audiovisueel Archief, Interview met Willem Profijt op 21 juli 2014 te Arnhem.