Door het werken in de poldergrond, bijvoorbeeld bij het draineren, stootten we op scheeps- en vliegtuigwrakken, maar ook niet ontplofte projectielen ploegden we boven en archeologische vondsten. Bij Kamperhoek, tegen de dijk, vonden we een Duitse jager. Dat was leuk om te onderzoeken. We kregen niet veel kans want de archeoloog, de heer Van der Heide, en zijn collega’s zwierven ook door de polder [met een oude legerjeep]. Eén keer stuitten we op een scheepswrak en we ontdekten een gave kruik, hij dreef met de kruik naar beneden, in ’t kombuis. Eén van de jongens wilde hem meenemen, maar daar stak Van der Heide een stokje voor. Dat mocht niet! Bij Ketelhaven hebben we een ijzeren schip gevonden, eertijds gebruikt om koeien over de Zuiderzee te varen.
Scheeps- en vliegtuigwrakken in de polder
1 geïnteresseerde
Polderwerker Berend Brommer vertelt:
Bron: J.G. in ’t Veld-Janse, Manuscript van Koffers vol dromen. Verhalen uit Drontens verleden 1957-1982 (Dronten z.j.) 53.