De putter (de eerste man van een ploeg arbeiders) was verantwoording schuldig aan de ploegbaas of uitvoerder, de uitvoerder aan zijn superieur. Als we later, in de zogenaamde cultuur, met paarden gingen werken of in het graan moesten helpen, dan had je dus ook een ploegbaas die verantwoording schuldig was aan de landbouwkundig opzichter. Verder was er heel weinig overleg. Je kreeg 's ochtends je werk opgedragen en dat moest je maar gaan doen. Er waren mensen die dit werk niet gewend waren, die het heel slecht gehad hebben. Je deed je werk en verder zeuren over tijd en andere dingen deed je niet. We waren blij als we binnen zaten en veilig waren.
Je deed je werk en zeuren deed je niet
Tijdens de ontginningsfase heerste er in de Noordoostpolder een strikte hiërarchie. Oud-polderwerker Willem van der Sar vertelt:
Bron: R. van Loenen (red.), Zuiderzeewerken. Dl. III Noordelijke Hogeschool Leeuwarden 2005.