Onderduiker in de Noordoostpolder

1 geïnteresseerde

Voormalig 'preventief' onderduiker P.A. de Vries vertelt het leven in de arbeiderskampen:

Polderjongens

Polderjongens (Batavialand, Collectie Th. Nieuwburg).

Alle rechten voorbehouden

We zaten eerst tussen de polderwerkers. Die vonden dat niet leuk. We schoten op ‘als een luis op een teerton!’ We stonden iedere tien minuten te rusten en daar konden zij niet van eten. Die moesten echt pezen en tempo maken om hun brood te kunnen verdienen. Ik geloof dat we 7½ gulden moesten betalen voor kost en inwoning. Toen we eenmaal zover waren, vroegen we ons af: ‘Hoeveel hebben we nodig in de week?’ Het waren allemaal vrije jongens, geen getrouwde jongens. ‘Een pakje shag kopen, eten voor het kamp. Zeg maar twaalf gulden in de week. Nou ja, dan hebben we nu toch zat. Vandaag doen we niets meer!’ Dan kropen we ergens weg. Je had velden, waar het riet al af was en daar groeide van dat wat ook tegen de Waddeneilanden groeit, groene lange stengels, taai, dat groeide ook in die oudere greppels. Wij zochten een geschikte plek uit, die droog was en deden van dat spul erin, namen een boterham mee. En als de ploegbaas keek, was de hele ploeg weg, die zaten allemaal onderin. Dan hoor je die baas tieren. Dan bleef je daar een halve dag onder water!

Bron: Batavialand te Lelystad, Project Onderduikers in de Noordoostpolder, Interview met P.A. de Vries, 17 mei 1983.

Alle rechten voorbehouden