Mijn huis op drie hoog in De Pijp, als je een knikker aan de ene kant legde dan rolde die zo naar de andere kant toe. Dat scheelde vijf centimeter! Het was aan de ene kant vijf centimeter lager dan aan de andere kant…. Het liep daar gewoon zo af! Je bleef aan het verbouwen. Je kon er alles aan doen, maar het kwam nooit goed. Die huizen waren vóór de oorlog, vanaf 1930, en waren nog niet zo oud. [De huizen aan het Iepenplein] waren jonger. Dat is daar ook allemaal verzakt, maar dat kwam door de kolenboer. In de Tweede Oosterparkstraat had je een kolenboer en hij had achter allemaal kolen liggen. Maar die grond was zo vochtig, dat hij al het water weg zat te pompen om de kolen droog te houden. Maar ja, daarvan gingen wel die huizen van zakken.
Op een gegeven moment knapten het raam van de schoenmakerij die bij ons beneden zat. Dat vloog er in één keer uit! Zoveel spanning zat erop en dat kwam door die kolenman. Op een gegeven moment moesten we er ook uit. De hele etage werd afgebroken. Enkel de winkel met de eerste etage bleef staan, de rest moest eruit. Toen was ik al verhuisd naar De Pijp.