Jan Hoogendoorn vertelt:
"Als er een kind geboren zou worden, dan liepen we dwars door alle tuinen heen. En dan riepen ze: wat loop je hard. Je zei: mijn vrouw moet bevallen, ik moet naar de dokter toe. Zo ging dat en dan kwam de dokter op een holletje op zijn 'gympies' ook dwars overlopen met zijn tas."
Miep de Graaf-Niemeijer vertelt dat de dokter en de wijkverpleegkundige 's middags huisbezoeken aflegden omdat er nog geen consultatiebureau in Emmeloord was:
"Hij had het druk met al die jonge mensen. Als er een baby was geboren, kwam hij met zuster Tijhuis, met de weegschaal onder de arm."
Johan Sutman beschrijft hoe in 1946 zijn dochter Anneke in Emmeloord werd geboren. 's Morgens om vijf uur moest de dokter worden gehaald:
"Ik was nog niet aangekleed, ging de bel. Wie staan voor de deur: zuster [M.] Tijhuis en dokter Jansen: Ja, we zagen bij Sutman licht aan en we zeiden: ze zullen wel zover zijn. Ik heb er vannacht al twee gehad; bij Roorda eentje en bij Dijkstra."