Bij zoon Henk moesten de amandelen worden geknipt. Dokter Jansen zei: "Je moet naar Vollenhove toe." Ik moest even toestemming vragen aan de werkgever:
"Kan ik even gebruik maken van de vrachtwagen op dat en dat uur? Ik moet met één van mijn kinderen naar Vollenhove, amandelen knippen."
Dat ging daar zo even, in een half uurtje. Moeder gaat mee en neemt een paar handdoeken mee. Dat kind aan haar voeten. Wel primitief vergeleken met de dag van vandaag maar het ging toch goed. [...]
Ik meen dat dat kampziekenhuis in Vollenhove al gauw opgeruimd was. Dat was in de ziekenbarakken. De ziekenbarak van de polder deed dienst vooral in de oorlog, in de bezettingstijd. Er hing altijd een bordje 'onder besmettelijke ziekte'. Er kwam nooit een Duitser.