Het diepvrieshuisje, dat was een klein gebouwtje, een kleine lokaliteit. Je kon er zo in komen en het was ingedeeld in verschillende laden of laaien, hoe je het noemen wilt. Die werden dan verhuurd aan wie maar zo’n la wilde hebben. Die kon zijn diepvriesspullen daar in opslaan. En dan had je van die lade een sleutel en dan kon je je diepvriesspullen daar in opbergen. Dat was het eerste begin eigenlijk van de diepvries. Het was ook wel voor het dorp en voor bepaalde dingen, als je met spullen zat die je thuis niet kon bewaren. Die kon je dan in de diepvries opbergen. Het systeem is hetzelfde, maar je hebt een diepvries niet thuis staan want dat was in die tijd nog niet mogelijk. Misschien waren die er wel, maar dat was nog wel een kostbare gelegenheid en het moest eigenlijk op gang komen. Dat was het redmiddel voor je diepvriesspullen en dan in dorpsverband.
Ja, maar het gebeurde soms wel eens dat er fraude werd gepleegd. Want je kon van de ene la naar de andere, van je buurman, amper kon je daar de vingers tussen krijgen. En dan kon je daar spullen van de andere buurman naar je eigen la helpen. En dat is wel eens gebeurd, nou, heel sporadisch, maar het is wel eens gebeurd. Dat was eigenlijk het nadeel ook weer. Maar voor je hoognodige diepvriesspullen was het een mooie uitkomst.