(Gees:) Nee, ik zelf (sprak de mensen die drainagesystemen aanlegden) nooit. Maar Klaas wel, want die had er helemaal mee te doen, met het salaris, met de inschrijving, met busvervoer. Maar dat werd allemaal met de hand gegraven, hè Klaas? Alle sloten.
(Klaas:) In de beginjaren dat ik er zat zeker. Alles met de hand greppelen, slootgraven. Maar later zijn dus die grote machines ingevoerd en toen nam het aantal arbeiders geregeld af. Toen ik daar wegging werkten er nog duizend landarbeiders ongeveer en het werk ging veel en veel sneller. Want een greppel graven ging met een rupsvoertuig, die instelbaar was. Je kon dus de hele kavel bewerken met een rupsvoertuig, die ingesteld werd op 1,20 meter. En het einde was 80 cm zodat er een verval ontstond. En de latere werktuigen die werden gebruikt, die legden zelfs de buisjes in de greppel, zodat de drainage direct zonder mankracht tot stand werd gebracht. Daar kwam dan de turfmolm op en de greppel werd weer dichtgelegd. Daar was niks van te zien. En zo was de afwatering gegarandeerd en ook de toevoer van water vanuit de sloot in de gresbuizen was gegarandeerd. Dus het land kon niet verdrogen en het kon ook niet verdrinken in het water.
Machinaal greppels graven
1 geïnteresseerde
Klaas van de Wal, loonadminstrateur bij de Directie van de Wieringermeer, en zijn echtgenote Gees zagen de overgang van het handmatig sloten graven naar de machinale aanleg van drainagesystemen. Die manier van werken betekende afscheid van het ploeteren.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met mevrouw Gees en de heer Klaas van de Wal door Gees Brouwer.