Toen we aan de Haringweg woonden werd de tochtwal van M94 uitgeschoven en diepgeploegd. En toen moesten we daar groenbemesting inzaaien, een vlinderbloemig gewas. En in het magazijn daar hadden ze geen hoprupszaad meer beschikbaar. Toen moest er alexandrijnse klaver ingezaaid worden. Het was toen mooi weer, dat wil zeggen, redelijk droog en warm. Toen die klaver allemaal opkwam toen liep ik daar een keer over die tochtwal om dat te bekijken. Daar stond een hele serie vreemde planten in. Want dat zaad was uit Israël geïmporteerd. En gelukkig had ik er nog een label van die aan die zaadzakken zat. Dus toen heb ik ook de Plantenkundige Dienst in Kampen gewaarschuwd en die kwamen toen. Dat was geloof ik drs. Van der Toorn, en die is met een paar assistenten een paar dagen bezig geweest en die hebben toen die planten er allemaal uitgehaald die eigenlijk wildvreemd waren voor ons gebied en voor ons klimaat. En die zijn in het herbarium van de Rijksdienst bewaard gebleven. En allemaal grote flora's uit de Universiteit van Amsterdam hadden ze bij zich om die vreemde planten te determineren. En dat waren heel interessante dingen. […] Dat soort dingen kon je soms beleven. Maar je moet het wel willen zien natuurlijk. Ja, daar komt het wel op neer.
Planten uit Israël
Ontginningen en aanleg van wegen bieden tal van planten kansen. Soms doe je heel verrassende vondsten. Maar, zegt Rutger Kuiper, je moet er wel oog voor hebben.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met de heer Rutger Kuiper door Carine Nieuwenhuis op 24 november 2011.