Als alles weg was ’s avonds, huppekee, dan ging ik weer eens even in die tuin. Vandaar dat het me altijd wel geboeid heeft en ik heb er altijd voor gezorgd dat die tuin er leuk uitzag, met afrikaantjes en… heel simpel. Ik ben toen ook al begonnen met broeiramen met Pommerosa, die aardbeien, kweken. Maar die vlogen de lucht in. Toen kreeg Chris een beetje medelijden met mij en die zegt: "We nemen een kasje." Ik een klein kasje. Die is nu ook al weer dertig, veertig jaar oud. Ik heb hem nog steeds.
Iedere keer eens wat [bomen en struiken] geplant. Iedere keer eens wat. Want dat heeft die Landelijke Tuinstichting nu ook weer in het nieuwe boekje, dat is pas weer uit, dat ik heel aparte bomen heb. Ik vind, een boom hoort bij een tuin, bij een boerderij. En dan zie je een hoop tuinen met allemaal planten en allemaal even deftig. Maar ik blijf het natuur vinden. Niet zo dat cleane. En dan ook mooie bomen er in, zoals Magnolia. Die staat straks weer te pronken, en zo’n zakdoekjesboom die voor het eerst zakdoekjes gehad heeft. En de Mapleleaf […] uit Canada, die boom. En dan die natuurlijke boom, hoe heet ie nou weer? De Ginko’s. […]. Nee hoor, die heb ik later geplant. De ceder is wel van het begin en de Magnolia ging het niet zo goed doen. Dat hadden we wel, door te kalkrijke [grond] hier. Heide wil niet, azalea’s niet, rododendrons willen niet. Dus ik denk, dat hoeft niet.