Ens, dat bij het gewest Overijssel hoorde, was belangrijk voor de scheepvaartroutes op de Zuiderzee. Op de Zuidpunt stond sinds 1618 namelijk een vuurbaak. Het stadsbestuur van Amsterdam wilde Ens van Overijssel kopen om zo het beheer van de vuurbaak in handen te krijgen. Overijssel sloeg dit aanbod af. Schippers die de havens van Overijssel aandeden, moesten namelijk een speciale heffing betalen als bijdrage aan het onderhoud van Ens. Veel personen en instanties in Overijssel profiteerden van dit ‘Enssergeld’.
Amsterdam was sinds 1660 in het bezit van de heerlijkheid Urk en Emmeloord. De Amsterdammers hadden Urk gekocht omdat op dat eiland een vuurbaak stond, maar in Emmeloord waren zij veel minder geïnteresseerd. De bestuurders van Amsterdam vonden zelfs dat Emmeloord wel aan de Zuiderzee kon worden prijsgegeven, omdat het onderhoud van het dorp te duur was.