Twintig kilometer fietsen voor een douche

Warm water was er niet in de arbeiderskampen. Wie eens wilde douchen kon naar het badhuis in Kampen fietsen. Tien kilometer heen en terug!

wassen in arbeiderskamp

Wassen in een arbeiderskamp in de Noordoostpolder, juni 1945 (foto Nationaal Archief/Anefo).

Er was helemaal geen water in die kampen. Er was wel warm water in de keuken, dus als je warm water wou hebben om je eigen te scheren of zo, dan moest je… Er waren vier van die grote barakken van tien kamers. Het kwam er op neer dat er zo ongeveer driehonderd man aanwezig was in zo’n werkkamp. En elke barak had een wasafdeling. Maar dat was koud water. En ik had er een vreselijke hekel aan dat je je nooit kon douchen of zo. Je kon wel warm water halen, maar je kon nooit van zijn leven douchen, dat ging niet.

Die jongens waren toentertijd niet zo vlot dat ze de kleren uittrokken of zo. Daar had ik geen moeite mee trouwens hoor. In de zomer ging ik altijd zwemmen in de Ramspol, ’s avonds, om te wassen. Maar nu komt het mooiste verhaal. Je wilde je toch wel een keer douchen hè. Dus dan fietsten we naar Kampen toe. Daar kon je eigen douchen in een badhuis. En dan moet je toch indenken: dat is Ramspol-Kampen, tien kilometer heen en terug. Je fietste twintig kilometer om onder de douche te staan. Je moest een kwartje betalen en dan mocht je een kwartier douchen. Daar hoorde ook bij het aan- en uitkleden. Dus ik zal nooit vergeten, daar maakte je je eigen een beetje op klaar om te zorgen dat je de kleren direct uit had, maar je stond nog maar net onder de douche en dan schopte die vent tegen die deur, ik hoor hem nog schoppen, dat je je kleren weer aan moest doen.

Maar toch, dat was gewoon een verademing hè, dat je toch een keer lekker warm kon douchen. Dat moet je je toch indenken. En dan fietsten we terug, maar er werd niet gemopperd. Men was hartstikke dankbaar dat je even een paar minuten onder de douche [had] kunnen staan. Dat moet je ook zien in de geest van de tijd. Maar als ik dat aan mijn kleinkinderen vertel, och, dan geloven ze dat niet, hè. Naderhand is dat verbeterd hoor. Naderhand zijn er ook douches gekomen in die werkkampen en zo.

Er was ook geen verwarming in die kampen, wel een kachel, maar geen centrale verwarming of zo. Je moest zelf voor die kachel zorgen. Een kolenkachel, je snapt niet dat er nooit van zijn leven zo’n ding afgebrand is. Onvoorstelbaar.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview met de heer Piet de Zeeuw door Hillie de Jong, 9 februari 2011.

Alle rechten voorbehouden