Soms kon ik met de zuster mee, maar het gebeurde ook dat ik op de fiets moest. Ik werd een keer afgezet aan de Polenweg en ik moest helemaal aan de Redeweg zijn. Die was een heel eind opgebroken, dus daar liep ik met mijn koffer. Het was donker, er was geen verlichting. En die wegen waren behoorlijk smal. Die zijn later verbreed met al die mechanisatie. Het was heel kaal. Bij de boerderijen werd beplanting aangelegd en bij de arbeiderswoningen was ook enige beplanting. Maar de erfbeplanting was nog niet zo hoog. Alles was nog in het beginstadium, het was gewoonweg kaal.
Het was gewoonweg kaal
Kraamverzorgsters moesten er bij nacht en ontij op uit. Voor mevrouw De Visser toen de gewoonste zaak van de wereld.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met Debora de Visser door Thea Wiersma, 13 mei 2007.