Mijn eerste dag in Lelystad Haven was een hele belevenis, want overal was bedrijvigheid. Daar ging een kraan, daar ging een sleepboot met die zinkstukken. De meeste mensen weten niet eens meer wat zinkstukken zijn. En toen stond meneer De Jong op de kade om mij op te vangen. Ik was vanuit Harderwijk vetrokken. Nou, die heeft me eerst het stukje eiland laten zien wat er was. Dat was een heel klein stukje en toen naar mijn plekje in het kamp gebracht. Het was wel een mooi aanzicht, ook De Eerste Aanleg. Dat gaf echt wel een intiem gevoel van het is hier toch klein en veilig.
Ik dacht dat het mooi weer was, als ik me goed herinner was het heel mooi weer. Maar ik kon nog niet meteen beginnen, want ik had nog geen spullen! Er moesten nog bankje komen, er moesten nog boeken komen, er moesten nog schriften komen. Daar had ik dus contact mee met het hoofd van – ik meen – de Wilhelminaschool, meester Egberts, die heeft me in het begin begeleid in het voorzien van: ‘de fles inkt is leeg’ en dan zorgde hij weer dat er weer wat gestuurd werd. Dat was de school in Emmeloord. Het was Egberts uit Emmeloord.