Net na die oorlog zijn er verschrikkelijk veel mensen opgepakt, dat waren geen NSB-ers. Het was een wilde toestand, dat hoor je later. Ik herinner me dat er iemand vertelde – die had in kamp Westvaart gevangen gezeten – die zegt:
“Nu kunnen wij lachen. De meesten die hier als gevangenen gezeten hebben, kregen vrij snel een baan. En wat hier als bewaker gelopen heeft, komt niet aan de bak!”
Net na de oorlog had je de NBS (Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten) – ’t was al gauw de Nieuwe Bendestelers, zo werd het ook al gauw betiteld – kijk, en toen viel het onder Militair Gezag en de Directoraat-Generaal Bijzondere Rechtspleging en toen kwam toch al vrij snel de normale regeringsvorm.
Ik weet nog heel goed dat ik een keer met mijn vader over een brug liep en die werd dan bewaakt door een onnozele met een sten op de rug. Ze waren niet vertrouwd, want ze schoten mijn neef en een kameraad ervan hartstikke dood. Ze schoten ze aan stukken. Ze konden niet eens met die wapens omgaan. Je had toen veel van die stenguns en die moet je altijd met de loop naar boven houden. Maar zij hadden die gewoon om de nek hangen naar beneden. Ze hadden dat ding niet – er zit een beveiliging op – die hadden ze niet aanstaan. Dus ze stoten er beetje tegenaan en toen ratelden zo alle kogels eruit. En ze schoten ze aan flarden! Ze waren niet vertrouwd met wapens.
Wat wel met wapens om kon gaan, nee … toen werd nog een POD gevormd, Politieke Opsporingsdienst. Dat waren net zo’n stelletje onnozelen! Precies hetzelfde! Wat toen wel militaire ervaring had, die meldden zich aan – of moesten zich aanmelden – die werden ingescheept, eerst naar Engeland – daar kregen ze nog een training – en gingen naar Indonesië toe. Dat was direct in 1945. Toen hebben ze nog een tijdje vastgezeten op Malakka, omdat ze Indonesië niet binnen mochten. Ze mochten van de Britten niet naar binnen. Ze waren klaar voor de gevechten.