Ik dacht:
“Potverdorie, die Eemhof, daar komen per week vijfduizend mensen. Dat is op zich niet zoveel, maar elke week zitten er weer vijfduizend nieuwe mensen. Dus, in principe als je een succesvolle film hebt, die kun je daar draaien en die kun je de hele zomer doordraaien. Elke week heb je weer nieuw publiek.”
En toen ben ik in contact gekomen met de facilities-manager van de Eemhof. Dat was nog voor de video, allemaal voor de video. En gezegd van:
“U bent degene die de mensen hier bezig moet houden in het park, dat doe je prima, je hebt een zwembad, een bowling, van alles, je hebt restaurants, een winkel, je kan bier drinken, maar jullie hebben geen filmvoorziening.”
Hij zegt:
“Nee, dat is best lastig. Als de mensen naar de film willen, dan moet ik uitleggen dat ze naar Lelystad moeten.”
“Ik zeg: ”Nou, heb je niet ergens een zaal waar wij film kunnen draaien?” Dat vond hij wel een leuk idee. Toen hebben we daar nog een hele zomer in één van die zalen van de Eemhof - eigenlijk was die zaal te laag, zodat het schermpje maar heel klein kon zijn - maar daar hebben we nog één keer in de week, hebben we daar films ‘s middags voor kinderen en ’s avonds voor volwassenen gedraaid. Hebben we een hele zomer gedaan. Hadden we speciaal iemand uit Lelystad voor ingehuurd die dat voor ons deed. En we deelden de inkomsten. Wij kregen de helft en de Eemhof kreeg de helft. En dat ging goed.
En op een gegeven moment, dat was in de tijd dat een bepaald type films erg populair was en dat waren de Tiroler slippertjes, seksfilms. En op een gegeven moment, ik was in de Eemhof, en hadden we daar de Tiroler slippertjes, nou volle bak, zitten daar vierhonderd mensen in die zaal naar een klein schermpje te kijken. En op een gegeven moment, ik sta daar te praten met die facility-manager en die film die draait. Toen komt daar een gezelschap binnen, twee heren keurig in het pak en een dame in een bontjas en nog een dame, en die komen zo binnen en die kijken zo die zaal binnen, achterin in die zal aan het kijken: “Oh, seksfilm!” Toen liepen ze weer weg.
Toen bleek dat later Piet Derksen te zijn geweest, de eigenaar van Sporthuis Centrum en die man is zwaar gelovig. Dus de volgende dag kreeg ik een telefoontje van de facility-manager:
“Het is afgelopen! Dat mag niet meer.”
Ik zeg: “Wat is er aan de hand dan? We verdienen er toch alle twee goed aan.” Hij zegt: “Ja, maar het mag niet meer. Ik heb enorm op mijn donder gehad.” Ik zeg:
“Het is toch geen kerk, het is een vakantiepark. Kunnen we geen seksfilm draaien? In alle bioscopen van Nederland draait dat ding!”
Nee, het mocht niet meer. Dus was het afgelopen!