Waterbeheer en polders in Sri Lanka

Sri Lanka is een parelvormig eiland ten zuiden van India. Het eiland bestaat voornamelijk uit vlakke tot glooiende kustvlakten, met bergen in het zuid-centrale deel. Sri Lanka heeft maar liefst 103 rivieren. De kustlijn is bijna 1.600 kilometer lang, met daarin 45 estuaria en 40 lagunes.

Kanaal tussen een dorp en een dijk in Sri Lanka

Kanaal en een dijkje in een poldergebied in Sri Lanka (foto Adriaan Volker; Batavialand, collectie Adriaan Volker)

Alle rechten voorbehouden

Het land heeft een tropisch klimaat, waarbij het regenpatroon wordt beïnvloed door moessonwinden uit de Indische Oceaan en de Golf van Bengalen. Soms zorgen tropische cyclonen voor regen in het zuidwesten, noordoosten en oosten van het eiland.

Het land kent uitgebreide laaglandgebieden en enkele polders. Een gebied van ongeveer 70.000 hectare, waarvan het overgrote deel is ingepolderd, is gevoelig voor overstromingen. De polder Muthurajawela van ongeveer 2.450 hectare aan de westkust is één van de grootste polders. De polder wordt doorkruist door een vaargeul, die het Old Dutch Canal wordt genoemd. Dit vindt zijn oorsprong in 1767 toen het gebied op initiatief van Iman Willem Falck, die toen de Nederlandse gouverneur van Ceylon (de vroegere naam van Sri Lanka) was, werd ingepolderd. In de daaropvolgende jaren werden verschillende pogingen ondernomen om het gebied opnieuw in te polderen, maar meestal met weinig succes, omdat er vaak sprake was van de ontwikkeling van zure sulfaatbodems, zogenoemde katteklei.

Katteklei vormt een bekend probleem bij inpolderingen in humide tropische laaglandgebieden. Zolang dit soort gronden onder water liggen is er weinig aan de hand. Als ze worden ingepolderd en de grondwaterstand wordt verlaagd - waardoor er zuurstof toetreedt - kunnen ze echter erg zuur worden en kan er eigenlijk niets op groeien. Het probleem daarbij is dat het een aantal decennia kan duren voordat de zuren zijn uitgespoeld en de gronden geschikt zijn voor de landbouw. Alleen met een zeer voorzichtig waterbeheer, waarbij de grondwaterstand alleen wordt verlaagd als er geen gewas op het land is, is op deze gronden ook in de beginfase landbouw mogelijk. De opbrengsten zijn daarbij dan echter lager, dan in de uiteindelijke situatie.

Eén van mijn promovendi heeft ooit op basis van een computermodel een methode ontwikkeld om de zuren versneld uit te spoelen. Tijdens de groei van de gewassen werd daarbij de grondwaterstand hoog gehouden en in de andere periode werd de grondwaterstand zo laag mogelijk gehouden, waardoor het zuur versneld werd uitgespoeld. De verbetering van de grond ging dan wel sneller, maar het duurde toch nog wel een aantal jaren voordat de grond geschikt was.

Naast de polder Muthurajawela kunnen in Sri Lanka nog enkele andere polders worden genoemd. Dit zijn: Karavaku (810 hectare), Kiralekele (972 hectare), Thampalakaman (81 hectare) in de delta van de rivier Mahaweli en Thondamannar (2.000 hectare). In hoeverre de zuurvorming bij deze polders ook een probleem is geweest is mij niet bekend.

Alle rechten voorbehouden

Media