Ja, het was een heel bijzondere situatie. Die ken je nou natuurlijk niet meer. Het was heel erg gecentraliseerd, maar het liep wel goed. Je hebt een tijd gehad dat de directeur van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders ook landdrost was van de Zuidelijke IJsselmeerpolders. Dat was in mijn tijd niet al meer zo. Han Lammers was al landdrost en R.H.A. van Duin was directeur bij de Rijksdienst; dus het was al gescheiden.
Die twee maakten ook weleens ruzie met elkaar. Dat heb ik ook gemerkt. Maar dat zijn van die dingen die wel een bepaald tijdsperspectief geven. Het ging toch wel in de richting van democratie. Ja, want dat is natuurlijk het rare van zo’n nieuw gebied. Je hebt geen gemeente, je hebt geen gemeenteraad en toch moet er iets gebeuren. Je kunt aan de paar bewoners die er dan al zitten niet overlaten wat er moet gebeuren. Dus dat werd echt op Rijksniveau geregeld bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat Die hadden een Raad van de Waterstaat en daaronder een Zuiderzeecommissie en alle belangrijke plannen voor de inrichting van de polder werden daar goedgekeurd.
En ja, het openbaar lichaam, de ZIJP zeg maar, had met de inrichting weinig van doen. Dat zinde Lammers natuurlijk helemaal niet. Ik weet nog, één van mijn eerste klussen bij de stedelijke recreatie was een golfbaan in Lelystad en dat is door Lammers stilgelegd, toen het aangelegd werd. Want hij vond het zo elitair. Dat paste niet in zijn straatje. Dat is dus echt gestopt. Naderhand is het toch wel weer goed gekomen, maar dat zijn van die dingen die ook in dat tijdsbeeld passen. Ja, dat is wel leuk.