Ik werkte in Amsterdam bij Prins & Zonen. Ik zat in de kunstdarmen, dat waren de velletjes voor de worsten en we leverden ze aan de worstenmakerijen en slagerijen. Wij maakten die worstvelletjes. Daar zit houtvezel en plastic doorheen. Dat was net in het begin dat het opkwam. Daar heb ik 41,5 jaar gewerkt. Ik begon op de Cruquiusweg. Daar ben ik toen naar Lelystad verhuisd. Toen is het bedrijf verhuisd naar de Hemweg, helemaal aan de andere kant van Amsterdam. Later is de zaak overgegaan naar Rotterdam. Toen ben ik nog zes jaar elke dag tussen Lelystad en Rotterdam op en neer gereden.
In het begin ging ik met de bus over de dijk en dat kostte 98 gulden per maand. Dat was heel handig. Dat was ongeveer zo’n kaartje en dan hadden ze hier de datum ingezet. En als je ’s morgens binnenkomt bij de bus – ik ging meestal met de eerste bus – dan liet je zo dat kaartje zien. Nou, dat ging altijd goed. Dan kon je met één kaartje zes of zeven maanden reizen, bij wijze van spreken! En dan zat je te slapen in die bus tot het Amstelstation. Daar moest je eruit en ging naar je werk. Op een gegeven moment werd het steeds duurder totdat de trein kwam. Dan ging je naar Almere en daar moest je weer overstappen. Toen het bedrijf naar Rotterdam verhuisde ben ik met de auto gegaan. Nee, dat is met de trein niet te doen. Dan moet je eerst naar Amsterdam en dan weer naar Rotterdam. Nee, toen reed ik met twee mensen. Ik werd goed betaald door het bedrijf, wat kilometers betreft.