Mijn schoonzusje ging als eerste. Dat was ongeveer in 1985. Die leerde iemand kennen die in Almere Stad een woning had gekocht tegenover de Mediamarkt. Daar zit nu Scheer & Foppen in, maar dat waren eerst allemaal benedenwoningen met ook woningen daarboven. Het was beneden, één hoog, twee hoog, drie hoog. Dat waren driekamerwoningen. Die gingen eerst.
Toen kwamen mijn schoonouders. Die hadden een bedrijfje en moesten in Amsterdam het pand uit… Ze konden in de Kruidenwijk in Almere een hele nieuwbouw eengezinswoning krijgen – dat hoorden ze via mijn schoonzusje – met de optie om thuis het bedrijfje voort te zetten. Dat is eigenlijk zo gebeurd, niet een beetje op aandringen van ons. Eigenlijk wilden ze niet gaan, omdat mijn man nog in huis was. Hij wilde in Amsterdam blijven. Maar die had ook zoiets van:
“Wij gaan direct misschien samenwonen, ik ben veel in Amsterdam aan het werk, misschien ben ik wel het huis uit binnen nu en vijf jaar. Doe dat nou maar wel!”
En uiteindelijk hebben ze het gedaan en zijn wij er ook achteraan gefladderd. Hij is meegegaan met zijn ouders. Ik woonde ook nog bij mijn ouders.
Wij gingen kijken voor een woning. Toen bleek dat de urgentie van mijn man gewoon van de baan was. Dat was hem nooit verteld: als je met je ouders meeverhuist, dan ben je je urgentie van Amsterdam kwijt. Dan ga je het proberen op mijn urgentie. Ik was 21, maar op je achttiende kon je pas urgent worden, dus dan ben je nog lang niet aan bod. En alles waar je voor in Amsterdam in aanmerking kwam was heel oud en uitgewoond. Nou, daar wilde je echt voor niets nog niet zitten. Toen zeiden we uiteindelijk tegen elkaar: “Zullen we eens in Almere gaan kijken? Want er werd hier nog heel veel gebouwd. Toen konden we hier gewoon bij het station in Almere Stad een nieuwe flat die nog gebouwd moest worden, krijgen. Dat werd toch wel heel erg aantrekkelijk. Nou, dat hebben we toen gedaan. Dat hebben we gehuurd.