Eerst ging mijn ene tante. Dat was in 1978. Toen ging de zus van mijn moeder. Dat was in 1980. Wij hadden echt zoiets van: “Wat is dit voor een gehucht. Hier gaan wij nooit wonen!” Maar mijn moeder wou heel graag. Nou, toen zijn wij in 1981 gegaan. Mijn vader en ik vonden het prima. Wij gingen ’s morgens met zijn tweeën op de bus naar Amsterdam toe, ik ging naar school, mijn vader ging naar zijn werk en mijn moeder zat thuis. Die wou na een half jaar wel weer heel graag terug naar Amsterdam, want die had zoiets van: “Wat is dit hier?!” Wij hadden met z’n tweeën zoiets van:
“Wij gaan niet meer terug! Wij komen thuis en we kunnen lekker in ons tuintje zitten. Het is prima hier!”
Ja, dus zijn we toch gebleven, natuurlijk. …
Mijn ouders zijn gewoon gegaan voor de ruimte, gewoon, dat je een tuin hebt, dat je meer ruimte hebt. En als dan inderdaad één familielid gaat en je ziet dan het huis en de ruimte, dat wilden mijn ouders ook wel. Zo is het eigenlijk gegaan. Iedereen vanuit Amsterdam, van onze familie, nog een andere tante, mijn oma is gekomen, ze zijn allemaal naar Almere gegaan. Er is bijna niemand meer in Amsterdam!