Je moest binnen twee weken solliciteren. Dat was de derde week. Ik dacht:
“Ik word toch niet aangenomen. Ik ben niet de enige.”
Ik heb de sollicitatiebrief opgestuurd naar het Stadskantoor van het openbaar lichaam in Lelystad. Dat was vlakbij het Lelycentre, waar nu het politiebureau is. Binnen twee dagen kreeg ik antwoord. Ik kreeg zelfs een belletje:
“U spreekt met openbaar lichaam Lelystad. U hebt gesolliciteerd? De tijd is eigenlijk om, maar toch. Er hebben veertien mensen gesolliciteerd, maar er zitten geen goede tussen. Dus, we willen je graag oproepen voor een gesprek.”
“Okay, is goed. Wanneer?” “Nou zegt u het maar!” Ik heb gewoon een datum genoemd. Ik had geen auto.
“U bent welkom. Reiskostenvergoeding, verblijfkostenvergoeding, alles wordt vergoed, als je maar komt!”
Niet alleen luxe, maar meer dan luxe! Ik was echt geschrokken. “Ik ga toch. Ik ga hun vragen stellen, een beetje tegenwerken, zodat ze mij niet accepteren.” …
Ik had op mijn werk in Rotterdam een hele goede vriend, een Nederlandse vriend, net zo oud als ik toen…. Ik mocht zijn auto lenen. Toen kwam ik hier naar het Stadskantoor van het openbaar lichaam bij het Lelycentre. Gesprek gehad over het onderwijs, klassen, en kinderen en zo.
“Okay, prima is goed. U krijgt een bericht van ons. Verblijft u ergens in een hotel?”
“Nee, niets, ik ben gewoon met de auto gekomen en ik ga terug met de auto.” … Toen ben ik teruggegaan. Na een paar dagen of een week krijg ik weer een belletje. Dat was volgens mij in juni 1976: “Meneer Chellah, u bent aangenomen!”