Dijkers hingen op de Nieuwe Dijk en op de Haarlemmerdijk rond. Ze hadden een eigen gebied met eigen uitgaansgelegenheden. En de Pleiners hingen rond op het Rembrandtplein, de Dam (dat is feitelijk ook een plein) en het Leidseplein. Daar gingen ze uit en daar hadden ze hun ding: Jan Cremer, Liesbeth List, Ramses Shaffy, ja, het was natuurlijk geweldig als je daar een beetje bij ging horen….
De Pleiners waren meer de artistiekelingen. Die hadden ponyhaar en lakjassen, wijd uitlopende broeken en spijkerbroeken. Voor de spijkerbroeken stond je in de Warmoesstraat in de rij, want dat was de enige echte. En als je in de rij stond en je was eindelijk aan de beurt, dan vroeg die man aan jou: “Heb je een briefje bij je van je moeder dat dat mag!?” Echt waar! Want hij verkocht alleen maar jongensspijkerbroeken. Dus kwam ik thuis met een spijkerbroek met een gulp. Tegenwoordig, waar heb je het over?! Maar die broek werd door mijn moeder verknipt en weggegooid! En ik kreeg een pak slaag, want er werd in die tijd nog ouderwets de billenkoek gegeven! Het was een schande als je daarin liep. Ik heb het dan over 1963, 1964. Dat is ook de enige keer dat ik gespijbeld heb om de Beatles van Schiphol te halen. Ik was natuurlijk van de Beatles, want dat waren de Pleiners. De Dijkers waren meer Elvis Presley, kuiven en van die verkeerde brommers. Puchs waren voor de Pleiners [en Kreidlers voor de Dijkers]. Kreidlers, als je het geluid al hoorde dan stond je allemaal in de houding!