Op 17 november was ik ook weer bezig in het veld en toen kwam de ploegbaas eraan: "Jongens, er komt een grote razzia, zorg dat je weg ben!" Dus zijn we het riet ingevlucht en ik probeerde een plek op te zoeken, een soort plek die begroeid is. We waren met zijn tweeën en dan lig je plat tegen de grond aan. En op gegeven moment liepen ze net als de jagers een veertig meter uit elkaar en zo liepen ze door om je op te jagen. Op de landweg reden van die rupsdingen met een machinegeweer erop en dan ratelde dat machinegeweer op een gegeven moment en die schoot zo door dat riet heen. Nou, ik wil je vertellen: dan klopt het vanbinnen vreselijk en dan sta je doodsangsten uit. En dan komt dat geluid ook nog dichterbij, die stappen hoor je. Ze schreeuwen: "Jongens, kom naar boven!"
En op een gegeven moment zijn ze zo kort bij! Als ik alleen was geweest, dan weet ik niet wat ik gedaan zou hebben, maar je ligt met z’n tweeën, je zegt geen woord, je bent zo stil, je durft je niet te verroeren en mijn kameraad bleef liggen en daarom bleef ik ook liggen. En omgekeerd was dat ook zo, hij bleef liggen omdat ik bleef liggen. En op een gegeven moment gaat het geluid zachtjes aan voorbij en dan zijn ze je voorbij gelopen en dan heb je doodsangsten uitgestaan. Nog erger was, ze gingen niet weg, ze bleven maar, in de verte kon je ze zien en dan blijf je liggen en het was 17 november, het ging regenen en stormen, het was hartstikke koud.