Mijn vader was in 1942 hier naar de Noordoostpolder gekomen. En die kwam toen aan in Blokzijl en die keek met zijn vrienden toen over de dijk en toen zagen ze alleen maar water. Ze keken elkander aan en zeiden nog tegen elkander:
"Wanneer zullen wij hier ooit boer worden?"
Want dan ben je nog jong en je wilt aan de gang en dan had je nooit verwacht dat er nog zoveel water in de Noordoostpolder zou staan. En in de tijd van de oorlog, alles ging vertraagd en werd uitgesteld. En ja, dan krijg je zoiets. Zolang, vanaf die tijd was hij al in de Noordoostpolder. […]
Ze hadden een opleiding gehad aan de A1, een groep jongens, om te leren zichten en uitzetten en alles wat er nodig is voor greppels, sloten en drainage en zo, dat moest aangelegd worden. En daar had hij dus toezicht op een groep mensen en zorgen dat de zaak goed volbracht werd. […] De A1 loopt van Amsterdam naar Arnhem toe. De Landbouwwinterschool in Zevenbergen had toen een heleboel leerlingen en die zijn toen daar vandaan daar heengegaan om te leren uitzetten. Het leren uitzetten van gronden en toestanden en dieptebepaling en noem maar op. Om daar te leren en hier in de Noordoostpolder mee aan de gang te kunnen gaan.