Ik weet nog dat er uit de cockpit een plastic zak kwam, ongeveer iets groter dan een normale enveloppe, iets groter en helemaal waterdicht. En er stond een codenaam op: SPD 21. En daar zaten allemaal bankbiljetten in van West-Europa die toen in de bezetting in omloop waren. De man van de identificatiedienst vertelde dat als de vliegtuigen aangeschoten werden en de bemanningsleden de opdracht kregen te springen, de captain dat geld onder de crew verdeelde en dan konden ze zich even redden zonder dat ze dan direct afhankelijk waren. En dat soort dingen, dat was toch wel boeiend.
Er was er toen één bij, bij die man of vier, vijf die we toen van het bedrijf aan het werk hadden, bij dat vliegtuig. Hij komt 's morgens voor zeven uur bij me. Hij zegt: "Heb je ook ander werk voor me?" Ik zeg: "Hoezo?" Want dat was een beetje ongewone vraag.
"Nou," zegt hij, "Ik heb er niet van kunnen slapen."
Dat hij daar aan het opgraven was met die menselijke resten en zo. Nou ja, dan probeerden we even te wisselen met een ander.