Dat was in de Z-sectie. Toen was er nog geen kavelnummer of wat ook, er was geen weg. Toen waren er nog geen kavelsloten, dus ik weet niet welk kavelnummer dat geweest is, maar het was de Z-sectie. Van der Kolk was er toen opzichter. En daar kwamen we met het riet maaien. Dat was in, even denken, eind juli of begin augustus 1959. Daar kwamen we dat vliegtuig tegen, ook in riet van twee meter hoog. En dat hebben we toen met een ploeg van het bedrijf uitgegraven, want zo was dat toen nog.
In 1960 is de bergingsploeg van Soesterberg in beeld gekomen met Zwanenburg, Gerrit Zwanenburg, een bekende man. Die had daar de leiding over de vliegtuigen. Maar toen was dat nog allemaal in eigen beheer van de Rijksdienst. De Directie, moet ik nog zeggen. Toen er stoffelijke resten gevonden werden bij dat bergen van dat wrak, hebben we een dag de zaak stil gelegd en de instanties gewaarschuwd. Toen kwamen er twee mensen van de identificatiedienst bij en die kregen dan zo'n beetje het toezicht over over de ploeg en hoe er gegraven moest worden. Maar ik had die mannen daar, vier, vijf mensen van het bedrijf in het loonboek.
Nou, dan ging ik elke ronde, een paar keer per dag, even, omdat ik ook erg nieuwsgierig was natuurlijk, kijken. Dat was een bommenwerper, een Amerikaan. En verschillende dingen die toen uitgegraven zijn, de cockpit, waren nog in redelijke staat.