Dronten was toen een opgespoten zandvlakte. Er stonden wat keten, van onder meer bouwaannemers als Timmer. ’s Avonds liep ik daar wel eens naar toe, maar verder was er helemaal niks in 1960 als een opgespoten veld. Langzamerhand kwamen er meer bouwactiviteiten. Ik ben toen een jaar in kamp Dronten geweest. Daarna moest ik naar kamp Biddinghuizen, want ik werkte toen later bij opzichter Brus. Dat was de Biddinghuizer hoek. Ik moest als één van de eersten mee naar Biddinghuizen. Dat was in maart 1961. Ik ben daar ook nog een jaar in het kamp geweest.
Toen kregen we een huis, één van de eerste zeventien bewoners in Dronten aan de Lijzijde. Op zich was dat prachtig, maar die eerste winter herinner ik mij nog heel goed. Dat was de winter 1962/63. Toen zijn we, geloof ik, dertien weken in vorstverlet geweest. ’s Morgens was het dan zo helder, voor aan de Lijzijde was wel wat bos ingeplant, dat was nog van dat kleine spul, dan zag ik de IJsselcentrale in Zwolle roken. Zo kaal.
Dronten was toen een opgespoten vlakte
1 geïnteresseerde
Piet Travaille kwam in 1960 in de polder. Oostelijk Flevoland werd vanuit de kampen gecultiveerd. Van daaruit zag hij Biddinghuizen en Dronten ontstaan.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview met de heer Piet Travaille door Nico de Jong, 8 maart 2011.