Wanneer je dan de polder in reed en je keek van horizon tot horizon, en je zag alleen maar luchten en weerbarstige hagel, sneeuw of regen, dan zei je: "Lekker, we zijn thuis." Eigenlijk was dat hele kale, dat wat monotone, wat sommige mensen misschien eentonig vinden. Dat vonden wij juist niet. Maar dan moet je natuurlijk wel het schilderij gaan aankleden. Uiteraard. Het is een schilderij dat opgevuld moet worden. En een kaal schilderij is ook mooi als je dus tinten ziet. Maar dan moet de kleur komen. Hetzij door beplanting, hetzij door andere landschapsvormen. En van lieverlee is dat gekomen. Dat zie je groeien. En dus wat wij het eerst gingen missen, dat was dat verre Amsterdam. Wij konden Amsterdam zien liggen, qua lichtschijn. Maar dat zie je later niet meer, want dan komt er ergens een huis met verlichting en een straat met verlichting. Dus het verre Amsterdam, dat zie je dan niet meer.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview met de heer Johannes Olieman door Carine Nieuwenhuis, 21 maart 2011.