De inspraak van mensen, van normale mensen zeg maar. De Noordoostpolder was gericht, in de tijd dat hij opgezet is, allemaal voor productie. Men had een tekort aan een heel wat voedingsstoffen, eten en groenten. En ze moesten veel telen, want de prijs moest ook laag blijven. Maar in die tijd dat we hier in deze polders kwamen, was de vraag en aanbod al wat aan het verschuiven. En daardoor kreeg je van die grotere bedrijven, die konden goedkoper telen eigenlijk. Maar van de andere kant was het ook weer, men vroeg ook. De inspraak van de gewone mens om wat meer natuurstukken te hebben werd ook steeds sterker. Vandaar dat er ook, ja, bepaalde bermen of bepaalde dingen anders ingepland werden, met een mogelijkheid om er eventueel een tweede lijn aan te leggen. Als je dan zo naar de Gooiseweg of eigenlijk naar de Vogelweg kijkt, als je daar ziet hoe breed die bermen zijn, dan hebben ze dus toch wel in het achterhoofd gehad om er dan misschien nog een hoofdweg in te leggen. Daardoor zijn er wel heel andere structuren ontstaan.
Dan zijn er ook wel mensen geweest, die zeiden:
"Wij hebben (ook) recht. Niet alleen de boer heeft recht op dat mooie stukje land."
En je wou ook meer recreatie hebben en bos.