Een bijzondere held, namelijk een oorlogsheld, is Pieter Hoekman, die Engelandvaarder was en die sneuvelde in de Tweede Wereldoorlog tijdens een missie om radioapparatuur van twee gestrande Engelandvaarders in veiligheid te brengen.
Pieter werd in 1917 geboren op Urk als zoon van smid Albert Hoekman en Grietje Hakvoort. Verder telde het gezin nog zeven broers en twee zussen. Toen de oorlog uitbrak was hij van het eiland af omdat hij marechaussee was geworden en verbleef in een kazerne, ik geloof in de buurt van Apeldoorn.
Vlak na de bezetting, mei 1940, besloot hij uit te wijken naar het nog niet-bezette deel van Zuid-Frankrijk. Maar omdat hij geld nodig had om in zijn levensonderhoud te voorzien en naar Engeland te kunnen gaan, is hij weer naar Urk teruggegaan, waar hij met steun van zijn familie weer terug kon keren naar onbezet gebied. Gouden tientjes waren namelijk in de voering van zijn kleding genaaid.
Zo is hij vanuit bezet Nederland, via Spanje, Curaçao, Noord-Amerika en Canada uiteindelijk terechtgekomen in Engeland waar hij vervolgens met zijn vriend Bram Grisnigt werd geselecteerd voor de opleiding tot agent bij het Bureau Inlichtingen (dat nauw samenwerkte met de Secret Intelligence Service). Ze werden opgeleid tot radiotelegrafist en ingedeeld bij de Zendgroep Barbara die tot taak had om vanuit bezet Nederland radiocontact te onderhouden tussen het Bureau Inlichtingen in Londen en de Ordedienst in Nederland die zich voorbereidde op het herstel van de Nederland na de oorlog en dan wilde zorgen voor rust en orde en een goede samenwerking met de geallieerde legers. Het uitwisselen van gegevens met de Nederlandse regering in Londen nam hierbij een centrale plaats in.
In de praktijk kwam het erop neer dat de militaire inlichtingen en berichten van de Ordedienst door de agenten werden gecodeerd en doorgeseind naar Londen.
In de nacht van 19 op 20 september 1943 werden Hoekman en Grisnigt gedropt in de omgeving van Beugen, ten noorden van Boxmeer (Noord-Brabant). Maar door een navigatiefout belandden ze ongeveer twintig kilometer te ver van de geplande locatie. Hun zendapparatuur werd in veiligheid gebracht en tijdelijk ondergebracht bij een familie in Escharen die ze 's avonds in contact bracht met de leider van de Zendgroep Barbara. Toen de tijd rijp was en de kust veilig was bracht deze leider ze met hun zendapparatuur naar een woon- en seinadres. Grisnigt in Amsterdam en Pieter Hoekman in Den Haag. Van daaruit seinde hij vervolgens alle berichten van de Ordedienst door naar Londen.
Tot zover was er niets aan de hand, maar het is fout gelopen, doordat de mannen in november 1943, terwijl ze wisten dat ze elkaar in het openbaar niet mochten bezoeken, dit toch hebben gedaan. In november besloten ze namelijk samen toch op bezoek te gaan bij de familie in Escharen. Daar troffen ze tot hun verbazing andere Engelandvaarders aan die net waren gearriveerd; hun zendapparatuur moest nog worden opgehaald in een boerderij in Overasselt (Keent) en daar ging het mis.
De Duitsers wisten dat de zendapparatuur in die boerderij aanwezig was en lagen in een hinderlaag de mannen op te wachten. Pieter Hoekman en zijn kompaan Van Diesfeldt, waren zich nergens van bewust en stapten ongewapend de boerderij binnen. Vervolgens is Pieter onder schot gehouden en gefouilleerd op wapenbezit. Toen is er een handgemeen ontstaan en werd er geschoten. Pieter Hoekman werd in de borst geraakt en was op slag dood.
Op Urk werd een straat vernoemd naar Pieter Hoekman, in wijk 6 en 7 en ter nagedachtenis van hem werd op Urk en in Beugen een monument opgericht. Hij kreeg het Kruis van Verdienste op 25 februari 1943 en postuum de Bronzen Leeuw, 30 augustus 1948.