Er woont hier nog een kapper, Lorist. Hij is kapper geweest in de Zeeasterstraat. Hij was eerst kapper in Blokzijl. Dus als ik naar de kapper wilde voor permanent, dan moest ik op de fiets naar Blokzijl. Omdat er nog geen wegen waren, moest ik door een droge sloot fietsen. Dat was helemaal niet leuk, dat was zwaar.
Al vrij gauw konden we in Kampen komen. Er was geen bus, alleen een voorstuk van een grote vrachtauto met een grote oplegger. In dat achterste gedeelte zat het volk. En dan moesten we bij Ramspol op de pont. Dat vond ik niet zo leuk met dat grote ding.