De grootste verandering betrof, denk ik wel, de suikerbietenoogst. Mijn collega’s werkten allemaal in aangenomen werk, akkoord werk, zo veel van de rij of zo veel van de are. Die stonden dan suikerbieten te rooien met het handje en met het schopje, de hele dag krom. Als het ’s morgens gevroren had, de mouwtjes omhoog. Eerst moest je ze steken, met de hand afkappen en aan de bult gooien. En dan moest je ze met de hand op de platte wagen scheppen. Daar hadden we toentertijd al wel netten onder.
Maar toen kwam de bietenrooimachine. Die mensen sputterden er over want dan konden ze geen extraatje meer verdienen. Maar later viel het wel mee hoor. Het was een hele verandering dat de bieten maar zo op de wagen kwamen.