Ik ben op 6 maart 1957 ’s morgens om zeven uur uit Middenmeer weggegaan. Met een trekkertje, een wagen erachter, een ploegje erop, de kruiwagen erop, klein materiaal, alles erop. En toen ben ik over de Afsluitdijk door Gaasterland naar Stavoren over Lemmer naar de Zuidermiddenweg gereden. Ik ben ’s morgens om zeven uur weggegaan en om vier uur was ik aan de Zuidermiddenweg.
Dat was een hele onderneming! Het was nog een klein trekkertje en ik zat er naast. Nog geen kapje, alles koud. Maar ik had een goede leren jas aan. En ik kwam daar aan en ik wou er op rijden en toen stond er zo’n opzichter van de bouw, want ze waren niet precies klaar. "Stop!" "Ja," zei ik, "ik moet hier wezen!" "Ja," zegt hij, "je kunt wel meer willen, maar dit is nog niet opgeleverd. Je mag er niet op!" Ik zeg:
"Maak het een beetje. Ik kan niet op de weg blijven staan."
Een tijdje gepraat. Nou zegt hij: "Je mag rechtuit, maar van het erf af." Zo ben ik er op gekomen!