De kantine lag 500 meter van de Zeeasterstraat. Je zag hem zo liggen. Die kantine had alles wat het kamp nodig had. De kantinebeheerder was Tholen en de kampbeheerder was Beekebreede. Tholen is paragnost. Een hele fijne man. Hij speelde accordeon (of drums?). Als er een feestje was (dat organiseerden we zelf), dan konden wij dansen. Maar zovelen daar konden niet dansen. Het was oorlogstijd. De jeugd van 17, 18 jaar zou anders naar dansles gaan, maar die zaten nu ook ondergedoken, meisjes zowel als jongens, in de kantoren van de Wieringermeer en Zuiderzeewerken later.
Op een gegeven moment kwamen ze bij ons: zou u ons niet een paar pasjes dansen kunnen leren? Wij komen u wel helpen morgen, als u dan vanavond komt. Dijkstra ging dan met de bel rond, op de fiets: hedenavond dansen in kantine 1! Dan deden wij wat pasjes en hij speelde de muziek. Dokter Jansen, de dominee, de onderwijzer, Beekebreede, deden allemaal mee. Bij het bevrijdingsfeest konden ze allemaal meedansen. Dat was leuk.