In de Franse tijd verloor de Nederlandse handel en industrie veel terrein aan de Engelsen. In Nederland vervielen tot de armoede en werden afhankelijk van liefdadigheid. Zo ook de bewoners van Schokland. Koning Willem I (1776-1843) probeerde de Nederlandse handel te stimuleren. Hij zette zich in voor de verbetering van de infrastructuur en probeerde door het stichten van landbouwkolonies de armoede te bestrijden. Belangrijk was de oprichting van de Nederlandsche Handel Maatschappij in 1824 die tot doel had de markt in Nederlands-Indië open te stellen voor de Nederlandse katoennijverheid. Het was in dit verband dat in 1839 op Schokland twee weeflokalen werden geopend in een poging de armoede op dit eiland te verlichten. De weverijen werden geen succes. Daarom werd in 1859 overgegaan tot de ontruiming van het eiland. Schokland ligt sinds 1942 op het droge, vanwege de aanleg van de Noordoostpolder. Vanwege zijn unieke positie als voormalig eiland is Schokland in 1995 opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.