Marjan, de oudste was vijftien. Paulien was bijna twaalf. Ze is nog een half jaar op het Wold geweest. Hermjan, onze zoon, was vijf. Marjan werd weggerukt uit een leuke plaats waar ze fietste naar school in Zutphen. Nu moest ze dus daar weg, moest ze met de auto gebracht worden. Er kan geen vriendinnetje komen, want dat kan alleen maar een keer in het weekend. Ouders moeten ze halen of brengen. Dus je trekt ze helemaal uit de gemeenschap, zeg maar. En ze had muziekles, ze was heel goed met dwarsfluit, en ja, waar moest dat? Dat moest in Almere. Henk ging dan wel mee met zijn bestuursstukken, want inmiddels zat hij ook in diverse besturen. Hij ging dan die stukken lezen en Marjan ging dwarsfluit spelen.
Er was helemaal niks, het was helemaal kaal, het dorp Zeewolde was er nog niet. Wij kwamen daar in 1982. Marjan ging naar het voortgezet onderwijs, dus zij moest gebracht worden naar het station in Nijkerk en dan ging ze van daaruit met de trein naar Harderwijk. Er waren nog geen mobieltjes of niks, en dan zei ze: “Zo laat ben ik ongeveer terug op het station." Nou, dan stond je daar met de auto. Maar het ergste vond ik voor haar dat er geen vriendinnetjes spontaan konden meekomen. Dus voor de kinderen was het wel best ingrijpend.
Paulien is hier nog een half jaar op school geweest en toen moest ze ook naar het voortgezet onderwijs. Ze is eerst naar Nijkerk en toen naar Amersfoort gegaan. Dat was hetzelfde ritje, halen en brengen, maar dat was wel iets verder in de tijd. De fiets kon achterop en ze kon zelf terug fietsen. Dus ze had iets meer vrijheid. Hermjan is meer geïntegreerd in de samenleving dan de beide andere kinderen.