Ik heb vanaf de eerste dag dat ik in Zeewolde woonde voor de Zeewolder Krant geschreven. De Zeewolder Krant begon per 1 januari 1984, toen er nog niets in het dorp was. Toen heb ik, denk ik, ergens gelezen dat ze mensen zochten die konden schrijven. Daar ben ik ingesprongen, gewoon hop, pats boem begonnen. Vanaf de eerste dag heb ik dat gewoon gedaan. Al doende leert men en dat geldt ook voor schrijven als je taalgevoel hebt; nou ja, dat kun je ontwikkelen. Dat heb ik volop gedaan in die jaren en doe ik nog regelmatig.
Omdat de boeren allemaal uit verschillende landsdelen kwamen, hadden ze ook verschillende inzichten, verschillende gewoontes. Maar hun vergaderingen gingen ook over de graansoorten die hier konden groeien en over de graanprijzen. Ook het bestuur moest op poten gezet worden, dat waren dingen die ook met veel vergaderen moeizaam voor elkaar kwamen. Het gebeurde dat ik als enige vrouw tussen al die mannen zat, nou, ik heb er nooit moeite mee gehad. Want ze accepteerden elkaar gewoon voor wie je was. Dat hoort ook zo, maar het is meestal niet zo.
Er was een noodgebouw voor het gemeentehuis en een noodgebouw voor de school, bij het begin van de Dasselaarweg. Daar stonden die twee gebouwen en daar werden de gemeenteraadsvergaderingen gehouden. Daar ben ik ook meerdere keren geweest. Toen ik een keer niet in orde was, nam mijn vader, die toen al een oude man was, het van mij over. Die schreef ook, dat heeft hij ook altijd gedaan. Maar het gemeentehuis was toen een hokje waar de burgemeester zat, een kamertje van hooguit drie bij vier. De gemeenteraadsvergaderingen werden ook in dat noodgebouw gehouden, in een grotere ruimte. Maar de raad bestond toen ook nog maar uit een paar man.
De Zeewolder Krant kwam elke week uit. Dat ging onder één hoedje met de stad Nijkerk. Al die uitgaves van de BDU werkten samen. Ik ben heel wat keren met mijn stencils in de hand of in de fietstas op de fiets naar Nijkerk gegaan om het te brengen. Dan moest ik op tijd 's maandags zijn vóór tien uur, dan ging ik op het fietsje naar Nijkerk en bracht ik het daarheen. Konden ze daar die stencils gaan bewerken en kon de krant gedrukt worden. Dat is nu niet meer in te denken dat je op de fiets naar Nijkerk gaat om even een stuk werk te brengen.