We gaan ervan uit dat het door gaat. Het Cultuurfonds heeft al aangegeven wat ze willen. Maar het probleem is dan dat ze zeggen (hoewel het een samenbindende functie heeft): “Ja, het is kunst.” Ik zeg: “Het heeft toch een culturele functie, dat mensen elkaar ontmoeten? “
”Ja, dan is het multifunctionele kunst, maar het blijft kunst. In principe financieren wij geen stenen maar in dit geval kunnen we nog tot 25 procent gaan, dus een kwart.”
Als het om cultuur gaat, dus de mensen die er straks een muziekuitvoering geven of wat dan ook, die kunnen 50 procent van hun kosten declareren, maar ik niet.
[...] Het is een doorgezaagd tempeltje, dus op zithoogte. [...] Er zit geen dak meer op, dat zou te veel gaan kosten. Maar vroeger had een beetje park wel een muziektent bijvoorbeeld. Maar die functie kan het wel hebben, het is een plek waar je met mensen omheen kunt staan en waar een podium is. Het belangrijkste zal zijn dat de kinderen van de school – want het ligt op het terrein vlak bij de school en er komt nog een school bij trouwens – daar een buitenles kunnen hebben. Of ze kunnen daar ook iets opvoeren of iets dergelijks.
Wij dachten dat het heel leuk voor de buurt zou zijn. Want die kunnen daar een buurtfeestje organiseren. Maar dan krijg ik uit die mensen uit de flat een telefoontje. Die zijn bang dat er onrust voor de deur komt. Ik zeg:
“Maar als de bewoners van uw flat – want hij komt op 50 of misschien 70 meter van die flat af - elkaar eens wat beter leren kennen of ontmoeten.”
Want dat kan niet in die flat, en het zou op de ontmoetingsplek wel kunnen. Je kunt ook nog een barbecue houden. “Nou, daar zitten we niet op te wachten.” Je denkt iets samen te binden en dan krijg je dat… Wat betreft die onrust: het wordt gesubsidieerd als kunstwerk, dus het is beslist geen onrust. Maar ik denk dat de kinderen van die scholen in de pauze meer onrust veroorzaken dan als er georganiseerd muziek of een uitvoering wordt gehouden. [...] Maar goed, hij is ook de enige, hoor. Verder heb ik heel veel leuke reacties en positieve handtekeningen. Nee, dat gaat wel goed. Maar het kan een drempel zijn. Waarschijnlijk moet er een vergunning verleend worden. Ik zeg:
“Er moet ook een vergunning worden verleend voor mensen die daar een publiek optreden doen.”
Het kan zijn dat je dat 8 weken van tevoren aan moet vragen. “Ja, dat zou wel kunnen.” Ik zeg: “Nou het zal dan wel zo’n vaart niet lopen.”
[...] De voorzitter [van de Stichting Homerus Almere] had bij het opstellen van een stukje gezet: “Buurtbewoners kunnen reageren en commentaar geven.” Nou, ik zeg:
“Wil je dat woordje ‘commentaar’ weglaten, want je weet dat je in Almere woont en je weet wat commentaar hier inhoudt. Het is altijd negatief. Als ze dat willen, kan het altijd. Ze kunnen reageren.”
Nou, dat hebben we gezien. De voorzitter zegt: ”Nou, ik word misantroop.” Mensen kunnen niet meer omgaan met spontaniteit.