Als kwajongen spelen met munitie

Jan van Roeden heeft met zijn schoolkameraadjes heel wat afgespeeld met munitie. Achteraf ontzettend gevaarlijk.

Munitie

Munitie afkomstig uit de Amerikaanse B-24 die op 22 december 1943 in het IJsselmeer stortte na een aanval op Münster. Het vliegtuig werd in 1975 geborgen in de Oostvaardersplassen (Batavialand, collectie H. van Lidth).

Alle rechten voorbehouden

Als kinderen zijn we erg gevaarlijk bezig geweest. Mijn schoolkameraad Rennie Hielkema en ik hadden een stuk mitrailleurband uit een neergestort vliegtuig georganiseerd. Op een dag hebben we midden op een kavel in een greppel een vuurtje gestookt. Als ik er nu aan denk, ben ik hartstikke gek geweest. Hebben we een vuur gemaakt, dat stuk mitrailleurband op het vuur gegooid en de kruiwagen op de kop erop gelegd en wij hard weggehold. Nou jongen, het was een compleet vuurwerk, zoveel lawaai! En die kruiwagen was aan flarden! We durfden er niet meer bij te komen. Toen zijn we de volgende dag wezen kijken, toen was alle munitie op. Er lagen alleen nog maar hulzen.

Nee, natuurlijk kwam er niemand bij kijken! Je had lichtspoormunitie en dan namen we een bankschroef. Ja, levensgevaarlijk. En dan wrikten we die punt eraf en dan deden we dat kruid in een busje en staken we in de brand. Die busjes smolten ook helemaal weg, hoor. Daar bleef niks van over. En dan waren die lui ook nog zo gek, dan lieten ze ons dat ook nog zien. De smid uit het kamp bijvoorbeeld. Dan nam hij zo’n patroon en daar zaten slaghoedjes in en dan hadden we de punt er al afgewrikt, dat vonden ze mooi. En dan een klap met de moker erop, dat was een klap, jongen! Het kan geloof ik ook geen gevaar, want het is alleen maar de ontsteking, maar toch.

Bron: Batavialand te Lelystad, interview met Jan van Roeden, 19 maart 2014.

Alle rechten voorbehouden