[De heer Weevers:] Mijn vader, afkomstig uit de Wieringermeer, was in 1949 in Marknesse een smidse begonnen, waar nog paarden werden beslagen en klein materiaal werd vervaardigd, zoals harken en schoffels. Toen in 1956 in Luttelgeest een smederij te huur was, besloten mijn vrouw en ik ons daar te vestigen.
[Mevrouw Weevers:] Het was behelpen wat het wonen betrof en verder hard werken. Ik startte meteen met een winkel in huishoudelijke artikelen en speelgoed. Ik zei tegen mijn man:
"Als jij me nu voordoet hoe ik die autootjes aan de gang krijg dan maak ik wel dat ze verkocht worden."
Ik was totaal niet technisch. Toen Flevoland in cultuur kwam, richtten we onze blik op Swifterbant. Nieuwe pachters gingen zich vestigen, handel genoeg in de toekomst. Maar wat was het kaal toen we daar voor het eerst gingen kijken. Geen boompje, geen struikje en langs de weg ineens een groot bord: ‘Hier komt Swifterbant’.
In 1964 trokken we in een noodwoning en mijn man gaat pachters bezoeken. Eén ding wist ik zeker: geen winkel meer zodat ik meer aandacht voor de kinderen zou hebben.
Eén van onze zonen kreeg interesse om het bedrijf te zijner tijd over te nemen. In 1988 ging de zoon boven het bedrijf wonen en wij naar het dorp. We zijn allebei nog zeer nauw bij het bedrijf betrokken. Ik ga vrijdags de hele dag naar de zaak, wat administratie doen, opruimen en koffie zetten voor de jongens.