In de kwekerij werden in principe alle hoofdhoutsoorten gekweekt: eik, essen, beuken, die kwamen daar weg. De onderbeplanting, het echte bosplantsoen, vulhout, cornussen, knoeten zeg maar, en dat soort houtsoorten. Populieren- en wilgenstek, die werden vanaf de moerhoek opgehangen. Stekken werden geknipt op de kwekerij, die werden daar ook geplant. Dat was eigen voorziening, dat ging om de wilgen en de populieren, de pioniershoutsoorten, zoals ze dus in de polder genoemd werden. En de wegenbeplantingen enzo, die bomen kwamen uit Opheusden, langs de Nederrijn. Daar kwamen die van weg. De struiken uit Boskoop en omgeving. Die waren meer voor de sier en die gingen naar de stedelijke gebieden en de dorpen, voor de aanplant. Heel veel, van hulst tot spirea tot mahonia’s. Dat kwam allemaal richting Boskoop weg.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met Wim Puttenstein door Anke van Zwoll op 8 maart 2013.