Het blessen doe je in principe in de zomermaanden. [...] [I]in het begin is het zo dat je eerst naar een stakenfase toewerkt. De stakenfase, dan praten we over bomen van een meter. Of eigenlijk kom je pas in een bos na een jaar of acht, negen. Dan ga je kijken, van "Joh, ik zaag alle kronen die er in zitten, die zaag ik weg, alle." Dat noem je geen blessen, dat doe je op de hand. Dan laat je er jongens in die een beetje verstand van zagen hebben, die een beetje kijk op bomen hebben. Die zeggen:
"O, dat is een kroon, die gaat er uit. Die heeft een dubbele kop, die gaat er ook uit. O, daar komen we er een tegen waarvan de bast is beschadigd, die gaat er ook uit."
Zo zaag je er een heel aantal weg.