Ik werd gebeld door mevrouw Lies Spruit, de PvdA wethouder uit Almere. Die belde mij ’s avonds over mijn ingeleverde CV. Ik had gesolliciteerd voor een bezwaarschriftencommissie Woningbouw. Zij zei: “Zo iemand moeten we hebben voor de gemeente Almere!” en vroeg of ik wat voor de gemeente zou willen betekenen. Ik was geen lid van een partij, maar ik weet dat mijn ouders Partij van de Arbeid waren. Ik stemde ook Partij van de Arbeid. “Wil jij niet wat voor de Partij van de Arbeid betekenen?”
Ik werd gevraagd voor een bestuursfunctie bij “de Schoor” om input te leveren. Men wilde het allochtonenbeleid in Almere van de grond krijgen. Op verzoek van de wethouder werd ik bestuurslid bij de Schoor. Ze vroeg ook of ik wat meer voor de PvdA zou willen betekenen. Ik werd uitgenodigd voor een gesprek en zo is het balletje gaan rollen. Ik werd ook lid van de Partij van de Arbeid en zo ben ik gestart met mijn politieke activiteiten in Almere. Ik heb me verkiesbaar gesteld [voor Provinciale Staten]. De eerste zittingsperiode was ik reserve, eerst tweede- en toen eerste reserve. Omdat ik toch reserve stond, heeft de fractie mij gevraagd of ik fractieassistente zou willen zijn om ook mee te lopen en mee te doen in de politiek. Ik zat ook in verschillende werkgroepen, Water, Wegen en zo. En zo ben ik er ingerold. En het jaar daarop ben ik gekozen en werd Statenlid.