Toen zijn we teruggegaan naar Nederland. Maar ik had mijn woning [in Lelystad] niet opgezegd, ik had de sleutels aan een kennis gegeven: “Lever ze maar in. Ik ga!” Daar was de woningbouwvereniging helemaal niet blij mee. Dus toen ik terugkwam, kreeg ik geen woning! … Toen heb ik een woning gekraakt. Daar was de woningbouwvereniging het helemaal niet mee eens, ze zouden mij eruit zetten met de politie. Maar voordat het zover was, was ik gemeenteraadslid geworden voor de Centrumdemocraten (CD) waardoor het uitzetten moeilijker werd. Ik dacht: "asielzoekers krijgen hier zo een woning en ik val overal buiten." Dat vond ik onrechtvaardig. …
Toen werd ik hier de baas in Lelystad en in de provincie, en werd ik gekozen in de gemeenteraad met twee zetels! Ja, dat weet niemand, maar het is wel zo! Alleen ik kreeg toen ruzie met Janmaat. Want hij flikte bepaalde dingen met mensen waarvan ik zei: “Dat kun je niet maken!” Er werd gevochten, er werd er eentje halfdood geslagen, omdat hij gekleurd was. Kijk, dat kan niet bij mij. Ik had eens in de veertien dagen een vergadering in het Tweede Kamergebouw in Den Haag. Ik heb toen tegen Janmaat gezegd: “Daar moet je afstand van nemen!” “Okay, dat doe ik wel!” Ik heb twee maanden gewacht, hij heeft er nooit iets over gezegd. Ik denk: “Wat jij kunt, kan ik ook! Ik neem van jou afstand!” Dat hebben meer mensen gedaan: eentje uit Tilburg, eentje uit Goes, eentje uit Friesland. Toen hebben we een nieuwe partij opgericht en met die partij ben ik in de gemeenteraad gaan zitten, niet voor de CD, maar voor onze eigen partij, de BPN (Burgerpartij Nederland).