We hebben in 1977 boven in het Lelycentre een ruimte gehuurd en gebruikt als moskee. Daar konden onze kinderen de koran lezen en wij gingen daar bidden. Na verloop van tijd is dat veranderd. Wij hebben geld verzameld. We hebben grond gekocht en we hebben op dat terrein onze eigen moskee gebouwd. We hebben geld verzameld. Iedereen – ik zeg “iedereen”, maar niet iedereen – iedereen die wil, heeft vijfduizend euro gegeven. Wij zijn naar het buitenland gegaan, op moskeebezoek in Frankrijk, één week om geld in te zamelen. Ik ga naar de moskee en zeg: “Wij gaan een moskee bouwen. Wij hebben weinig geld en ik kom geld inzamelen!” En nu is het gebouwd en er is genoeg geld.
Wij betalen tot nu tien euro per maand voor de moskee, voor water, schoonmaken, elektriciteit, gas. Het gebouw [van de moskee] is een katholieke school geweest. Wij hebben het gekocht. We hebben het gebouw afgebroken en hebben daar een moskee gebouwd. Dat is begin jaren negentig geweest, in 1992…. We hebben de Iman uit Marokko gehaald. Wij hebben de politie om een verblijfsvergunning gevraagd. Hij is hier illegaal gekomen. Toen de Iman kwam, was hij illegaal, en toen hebben wij tegen de politie gezegd: “Wij willen hem houden als Iman!” Dat heeft wel geholpen…. Hoe hij hier is gekomen, weet ik ook niet, misschien op een visum. Wat ik weet is: hij was illegaal, maar niet voor lang, misschien een jaar. Maar de politie wist het. Wij hebben alles uitgelegd:
“Wij hebben een Iman. Als jullie hem wegsturen, dan hebben wij niets!”
Toen zei de politie: “Dan gaan we voor hem een vergunning aanvragen” en dat is gelukt.