Maar ja, toen met die foto’s… Je moest toch die treinen steeds halen. Er was toen wel minder verkeer, maar je hebt toch twintig minuten minder tijd om die foto’s op tijd weg te brengen voor de krant. Dat ging heel moeizaam. Ik maakte gewoon foto’s met de auto, maar de foto’s werden hier in Almere afgedrukt in de donkere kamer en daarna moesten de foto’s worden gebracht naar de kranten, De Volkskrant in Amsterdam, Trouw, Het Vrije Volk en het Algemeen Dagblad. Die moesten naar de redactie. Om zes uur ging de koerier weg en om zes uur moesten die foto’s bij de redactie zijn, in Amsterdam weliswaar, maar ook veel brieven moest je naar het station brengen en dat moest allemaal op bepaalde tijden. Maar als je van Almere naar Amsterdam rijdt, dan ben je toch weer minstens een half uur extra kwijt. Ik had een half uur minder tijd om ze door te sturen….
Je hebt zeven verschillende redacties. Je had toen veel meer kranten in Amsterdam. Het Algemeen Handelsblad, die zat in Rotterdam, en die moest je voor zes uur halen. Die koerier ging om vijf over zes weg, punt! Dus als ik om zes over zes uur binnenkwam, dan was hij weg! Hij wachtte nergens op. Ik had voor de Haagse Courant ook nog een adresje waar ik ze heen kon brengen, maar omdat ik in Almere zat, scheelde dat weer een half uur. Ik dacht: “Dat gaat fout!” Maar mijn geluk was dat in Almere een krant kwam, De Almare. Frits Huis was daar eindredacteur. Ik ben daar heen gegaan en heb gevraagd of ze een fotograaf hadden. Dat hadden ze dus niet. Daar ging ik foto’s maken, maar dat was in het begin natuurlijk heel weinig, maar dat is zoveel geworden, dat ik niet eens meer tijd had voor die andere dingen. Huis kende ik van hier. Hij zei dan ook:
“We hebben hier een gouden juweeltje: Bob Friedländer!”