Wij konden in De Pijp niet buiten spelen, dat weet ik wel, want er was ook een taxibedrijf bij ons in de straat. Er werd heel veel met auto’s gereden. Wij gingen wel eens naar het park, het Sarphatipark, maar voor de rest niet. Toen ik hier kwam was het eigenlijk met al het zand één groot avontuur. Waar ze nog aan het bouwen waren, daar jatte je steigerplanken om hutten te bouwen. Dat was helemaal geweldig vergeleken met Amsterdam. Ik was wel bang in het begin. Dat was je niet gewend, hè. Als je in Amsterdam buiten speelde dan was er altijd een volwassene bij je – de juf of je moeder – en nu ging je alleen buiten spelen. En dan kreeg je wel eens ruzie. Dat vond ik best wel eng toen ik klein was. Daarom hebben mijn ouders mij toen op judo gezet, want ik stond elke vijf minuten weer aan de bel te trekken, omdat ik naar binnen wilde. Mijn moeder zei: “Ga nu maar eens wat doen!”
Buiten spelen in Lelystad
1 geïnteresseerde
Voor de Amsterdamse kinderen die met hun ouders mee verhuisden was Lelystad maar een avontuurlijke, maar ook wel een enge plek. Dat ervoer ook Pauline Kunst-Sijmons. Zij ging op judo.
Bron: Batavialand te Lelystad, Project Nederlanders – Wereldburgers, interview met Frans Sijmons en Pauline Kunst-Sijmons op 15 november 2012 te Lelystad.